Perkedel Ikan - Viskoekjes

Heerlijke "originele" Indische viskoekjes welke zo zijn gemaakt. Lekker voor bij de borrel of bij de rijst. Perkedel-weetje: In het Indonesisch wordt frikadel uitgesproken als perkedel. Want die ‘F’ is moeilijk. Het woord frikadel is voor het eerst opgeschreven in de 16de eeuw. Er werden balletjes gekruid gehakt mee aangeduid. Deze frikadel balletjes werden door heel Noord-Europa gegeten. Bekend zijn ze vooral in Scandinavië als Zweedse, Noorse of Deense balletjes. Volgens insiders komt het recept voor zijnde als Scandinavische balletjes uit Turkije (köfte). De Turken deden nootmuskaat en andere kruiden door het gehakt, net zoals Zweedse balletjes nu nog worden gemaakt. De Hollanders hebben waarschijnlijk deze gehaktballetjes naar Indonesië gebracht en daar werden ze direct omgedoopt tot Perkedel. Traditioneel gevuld met kruiden en aardappel (wat de Hollanders en Noren, Zweden en Denen er naast aten). Je kan met recht zeggen dat deze perkedel heel Indisch zijn van oorsprong. ...

Indische pasteitjes ( (pastel goreng))

Een Indisch pasteitje is een simpel deeglapje van bloem, ei en water wordt gevuld met een mengsel van kip of rundvlees dat wordt opgebakken met ui en smaakmakers als 
ketjap manis, ketoembar, djinten, wat groentes zoals wortel, doperwtjes en prei en heel typisch: stukjes gekookt ei en soe-oen. Het deeglapje wordt in een halve maanvorm mooi dichtgevouwen en vervolgens gefrituurd.

Je kan Indische pasteitjes kant-en-klaar kopen bij de toko of op de pasar. Je kunt ze koud eten, maar ook heel makkelijk opwarmen in de oven (10-15 minuten op 180C). Sommigen warmen ze op in een koekenpan met deksel. De pasteitjes zijn lekker met een pittig sausje zoals sambal of zoete
 chilisaus.
Ingrediënten voor de vulling:

350 gram rundergehakt
500 gram worteltjes, fijngehakt en wat erwtjes (klein blikje?)
2 uien, fijngehakt
2 teentjes knoflook, fijngehakt
half bosjes selderij, fijngesneden
50 gram Laksa (bij de toko verkrijgbaar)
2 hard gekookte eieren
Eventueel 2 hardgekookte aardappelen
1 runderbouillonblokje en een eetlepel ketjap manis
Zonnebloemolie
Zout en peper

Ingrediënten voor het deeg:

1 ei
350 gram bloem (meel)
Scheut lauw water
2 eetl. olie

Tip: Je kan ook hartige taartdeeg vellen gebruiken van de fa. Koopmans.

Bereiding:

Maak altijd eerst de vulling van de pasteitjes klaar, want anders wordt het deeg te droog
Knip de Laksa (so-oen ) in kleine stukjes, week ze in warm water een ½ uur en laat ze dan uitlekken.
Pel de eieren en snij het in kleine stukjes.
Fruit het gehakt samen met de uien en knoflook fijn in de olie. Als het gaar is, de fijngehakte wortel en de erwtjes erbij doen en mee laten bakken. Dan selderij, peper en zout en bouillonblokje toevoegen. Ook de kleine stukjes aardappel erbij doen. Goed door elkaar mengen en overtollig vet weggooien. Voeg de geweekte so-oen toe, de stukjes ei en het geheel weer (heel) voorzichtig door elkaar mengen.

Kneed van de ingrediënten/deeg een samenhangend deeg. Als het klaar is, ongeveer 15 minuten afgedekt wegzetten en dan weer kneden.
Het deeg is pas goed als het niet meer aan je handen kleeft. Rol het deeg op een met bloem bestrooide plank niet te dun uit.
Steek er met behulp van een kopje of glas ( ik gebruik toch liever een klein bordje) ronde figuren uit. Leg op elk rondje een eetlepel van de vulling, vouw ze dicht in tweeën, de randen goed dichtknijpen en dan met duim en wijsvinger golfjes maken in de randen. Met een vork gaat het eenvoudiger.
Bak de pasteitjes in ruim olie lichtbruin, maar de olie mag niet te heet zijn als de pasteitjes erin gaan. Eventueel in de frituurpan op ongeveer 170c.

Pasteitjes zijn lekker met een chilisausje of een zoetzuur sausje..